top of page

Controles en uitslag

Ik zal bij deze blog eerst maar eens met de deur in huis vallen. Voor de mensen die het nog niet weten, de uitslag van mijn scans was goed. Er was niks geks te zien op de MRI- en CT-scan. Nu dat weer achter de rug is kan ik weer even drie maanden vooruit. Ik heb over drie maanden namelijk weer een CT-scan ter controle. Nu, over 6 maanden, krijg ik dan weer een CT- en MRI-scan.


Nu ik sinds lange tijd weer eens een controle heb gehad, lijkt het mij een goed idee om daar eens wat over te vertellen. Wat zo’n controle is vaak best heftig. De controles in de afgelopen 6/7 jaar bestonden bij mij uit röntgenfoto van mijn longen, echo’s, CT-scans, MRI-scans en zo nu en dan een PET-scan. Daarnaast heb ik ook ooit een keer een botscan gehad.


Laat ik beginnen met hoe de controles er in het begin van mijn ziektebeeld uit zagen. Ik kan me er niet alles meer van herinneren, dus ik vertel het even globaal. Destijds bestond mijn controle over het algemeen uit echo’s, röntgenfoto’s van mijn longen en MRI-scans. De echo maakt ze van mijn nek en hals, om te kijken of mijn lymfklieren schoon waren. Daarnaast maakte ze een echo van mijn pols. Na een aantal echo’s wist ik ongeveer wel wat je erop kon zien en wanneer het zomaar eens slecht zou kunnen zijn. De artsen legden tijdens de echo’s namelijk altijd precies uit wat je er allemaal op kon zien. De röntgenfoto van mijn longen stelde niet heel veel voor.

MRI-scan

De MRI-scans daarentegen zijn vaak best pittig. Vooral die in het Sophia, omdat ik daar eigenlijk al te groot voor was. Ik moest me vaak in moeilijke posities wurmen en dat dan nog +/- een uur vasthouden. Daarnaast maakt dat apparaat echt een mega herrie. Geen pretje dus. Daarbij komt nog eens dat er gebruik wordt gemaakt van contrastvloeistof. Zo kan alles op de scan nog beter worden gezien.





Botscan

Bij mijn eerste tumor is er ook een botscan gemaakt. Dit was echt een heel aparte ervaring. Om de botten om de scan goed te kunnen zien, kreeg ik een radioactief goedje in mijn lijf gespoten. Bij de scan zelf komt de ‘plaat’ die de scan maakt, super dicht bij je lichaam en dus ook heel dicht op je hoofd. Dat was best een beetje eng.



PET-scan

Ook PET-scans kreeg ik steeds wat vaker. Bij een PET-scan, lichtte plekken die veel suikers nodig hebben op. Denk maar aan de hersenen, maar ook aan tumoren. Om goed op de scan te kunnen zien waar het echt oplicht, moet je een uur voor de scan, volledig uitrusten. Gewoon heel saai op een stoel niks doen dus. Ook moet je veel water drinken, omdat de suiker die je voor de scan ingespoten krijgt, erg radioactief is. Door veel te drinken, plas je het na de scan ook weer snel uit. Een PET-scan lijkt verder erg op een MRI, alleen beweegt de

plank waar je op ligt een stuk meer heen en weer en maakt het gelukkig niet zo’n herrie.



CT-scan

De controles van de afgelopen tijd bestaan uit CT- en MRI-scans in Leiden. De CT-scan stelt in mijn geval niet heel veel voor. Ik lig twee minuten op de plank, ga twee keer door het apparaat heen en dan ben ik alweer klaar. De MRI-scan in Leiden vind ik persoonlijk een stuk relaxer. Je krijgt hier namelijk een koptelefoon met muziek, dat kreeg ik in Rotterdam niet. De scan duurt wel ongeveer even lang, een uurtje dus. Vaak val ik tegenwoordig zelfs in slaap. Dankzij de muziek, maar ook omdat ik me niet in een onmogelijke positie hoef te wurmen. Ik mag lekker op mijn rug liggen.



Het doen van de scan blijft best spannend, hoe vaak ik het ook doe. Het krijgen van alle uitslagen is natuurlijk helemaal zenuwslopend. Meestal ben ik een beetje ongemerkt zenuwachtig. Dat is niet zo gek natuurlijk. Maar we gaan altijd uit van het meest positieve en dat is een goede uitslag.

bottom of page